Over Lucie Geurts

En dan… wikken en wegen

Er is een man gestorven. Zijn vrienden, broers en zussen spreken vol lof over hem. Hoe ziek hij ook was, altijd lag hij glimlachend in bed. Het ging altijd goed met hem. Hij hield zijn humor en zijn daadkracht. Trotseerde de kanker, vocht als een leeuw. Zo lang hij kon bleef hij werken, deed hij zijn vrijwilligerswerk. Zelfs vanuit zijn ziekbed gaf hij nog instructies door.

Er is een man gestorven. Zijn vrouw, dochter, zoon en ouders zijn opgelucht. Hij droeg zijn ziekte op eigen kracht, weigerde pijnstillers. Hierdoor konden zijn dochter en zoon niet meer spelen in huis, want dat maakte lawaai. Zij mochten niet naar buiten, want dan wist hij niet waar ze waren. Hij kon niet meer knuffelen, want dat deed zo’n pijn. Op elk lief woord of gebaar reageerde hij met een snauw.

Er is één man gestorven en mij wordt gevraagd de afscheidsdienst te begeleiden. Ik hoor twee compleet verschillende verhalen en begin te wikken en te wegen.

Ik mag en wil hem niet van het voetstuk stoten waar zijn vrienden, broers en zussen hem op hebben geplaatst. Ik moet en wil recht doen aan de machteloosheid die zijn vrouw, kinderen en ouders hebben gevoeld. Ik loop op eieren, benoem, nuanceer en geef hoop: “Juist omdat hij zo graag bij jullie wilde zijn, vocht hij als een leeuw. Daarom beloofde hij dat hij als een ster aan de hemel over jullie zal waken. En sterren, die kunnen niet boos zijn en niet snauwen. Sterren kunnen enkel stralen van liefde en trots.”

Uitgeput, maar voldaan kom ik ’s avonds thuis. Blij dat ik recht kon doen aan beide verhalen, dankbaar dat ik een gezin een stukje in hun rouwverwerking op weg heb kunnen helpen.

En dan… een lege kast.

December, maand van cadeautjes en verassingen. Na mijn benoeming tot ritueelbegeleider van het jaar besloot ik mezelf een kleurenadvies cadeau te doen, want bij
iedere uitvaart maak ik me weer druk om mijn uiterlijk. Zit mijn pak wel goed? Staat deze kleur me wel? Pas deze stijl wel bij de nabestaanden en de sfeer van de dienst?
Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder. In mijn tas draag ik nu altijd mijn persoonlijke kleurenwaaier bij me. Deze heeft me al voor diverse miskopen behoed!

Rieki, mijn kleur- en stijladviseur, gaf niet alleen advies, zij kwam ook om thuis mijn kledingkast op te ruimen. Er bleef bijna niets liggen, maar wat er bleef liggen, was kleding die bij mij past en die ik graag draag. Omdat ik voor een dierbare van Rieki de uitvaart heb mogen verzorgen voelde zij feilloos aan welke stijl kleding bij ons beroep past.

Na afloop van deze morgen had ik een ongelooflijk opgeruimd gevoel. Er ligt minder in mijn kast en toch heb ik meer om aan te doen. Ik voel me zeker en vertrouwd in alles wat ik nu draag en dat straal ik natuurlijk ook uit..

En het gaat verder…Ook mijn website is opnieuw gestyled. Kleuren en kleding passen nu beter bij mij. De reacties van vrienden en bekenden die aangeven dat de site “echt Lucie” is, doen me goed. Neem gerust een een kijkje op www.luciegeurts.nl.

Al met al gaf het kleur- en stijladvies mij meer dan ik had durven dromen: een opgeruimd gevoel, een andere mindset, meer zelfvertrouwen, een frissere uitstraling en een reden om te gaan shoppen. :)
(Kleur- en stijladvies: http://www.onlystyle.nl)

En dan… tranen.

Tijdens het regelen van een uitvaart gaat mijn telefoon. Het telefoontje wordt gevolgd door een sms. “Bel me. Spoed.” Nog voordat ik weer in de auto zit, neem ik contact op met de uitvaartverzorger. “Ik heb je donderdag nodig. Als je niet kunt gaan we naar een andere dag.” Er is een kindje van vier jaar plotseling gestorven…

Met lood in de schoenen sta ik twee dagen later bij de ouders op de stoep. Intens verdrietig, maar ook trots, laten zij hun prachtige zoontje zien, dat in zijn eigen bedje tussen talloze knuffels ligt.

Samen met zijn ouders, grootouders en school maken we er een indrukwekkend afscheid van, met verhalen en muziek, waarvan het jongetje hield. Hij zou het een prachtige voorstelling hebben gevonden. Hij was immers dol op voorstellingen.

Na de dienst begeleid ik met de uitvaartverzorger de ouders en grootouders in de ovenruimte. Wat houden de ouders zich sterk in dit onmenselijke verdriet. De crematoriummedewerker en ik zijn minder sterk. Met tranen in de ogen staan we naast elkaar als de familie de ovenruimte verlaat.

“Dit went nooit”, zegt ze. Samen besluiten we dat we aan dit soort situaties ook helemaal niet willen wennen, niet mogen wennen. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat ik geen goede ritueelbegeleider meer ben, wanneer ik het normaal ga vinden dat jongetjes van vier zomaar dood mogen gaan…

“Rituelen rondom afscheid” in “contactblad voor humanistisch uitvaartbegeleiders”

Rituelen rondom afscheid

Veel mensen zijn huiverig voor het gebruiken van rituelen. Het leven staat er echter bol van rituelen. Mensen gebruiken rituelen vaak zonder dat ze dat in de gaten hebben. Denk bijvoorbeeld aan het verhaaltje voor het slapen gaan, de manier waarop mensen hun partner groeten die naar zijn of haar werk gaat of het vaste rondje met de hond.

Rituelen geven houvast en structuur. Door rituelen weten mensen “hoe het hoort”, hoe ze iemand groeten, hoe ze afscheid moeten nemen. Dit geeft een gevoel van veiligheid en meer zekerheid in lastige situaties. Vaak ook markeren rituelen een overgang, een belangrijk punt in het leven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het versturen van geboortekaartjes, een huwelijkssluiting of een begrafenis.

Juist rondom een sterfgeval zijn rituelen van belang. De dood is immers ongrijpbaar, mysterieus. Rituelen maken dat het afscheid en de dood beter te bevatten zijn, bieden duidelijkheid. Rondom een sterfgeval voelen mensen zich ontredderd, stuurloos. Rituelen bieden dan structuur op dat moment en geven ons aanknopingspunten voor het verwerken van het verdriet dat het verlies met zich meebrengt. Vandaar dat er rondom sterven en afscheid nemen veel rituelen zijn.

Veel mensen zijn vooral bekend met een afscheid vanuit de kerk. De oude vertrouwde rituelen die plaatsvinden in de avondwake en de begrafenismis (ook wel requiemmis genoemd) zijn bij velen goed bekend. Bijvoorbeeld het gebruik van wierook en wijwater. Juist doordat mensen regelmatig een begrafenismis hebben meegemaakt, biedt deze troost. Het uitspreken van bijvoorbeeld “het Onze Vader” met daarbij het geloof dat de overledene nu bij deze Vader is, geeft steun en hoop. Het ontsteken van kaarsen gaat vergezeld van gebeden en wensen en kan ook na de begrafenismis troost bieden.

Mensen die geen binding hebben met de kerk, nemen afscheid vanuit een niet kerkelijke ruimte. Zij staan voor de uitdaging om zelf een passende dienst samen te stellen. Ook zij wensen immers een respectvol en passend afscheid van de overledene. Zij maken echter geen gebruik van de structuur en het houvast dat een kerkelijk afscheid biedt. Wel is er een grote behoefte aan rituelen en symbolen.

Als ritueelbegeleider is het mijn taak om ervoor te zorgen dat de rituelen passen bij de overledene en de familie die afscheid neemt. Soms betekent dit dat ik een niet-kerkelijk verhaal vertel bij een kerkelijk getint ritueel. Met de rook van de wierook kronkelen onze gedachten naar de overledene; we geven zand mee, de vertrouwde aarde waarop hij liep; we besprenkelen het lichaam met water, water dat altijd haar weg vindt; in het licht van de kaarsen voelen we ons verbonden met de overledene.

Soms betekent het ook dat ik nieuwe rituelen bedenk. Zo vormde ik eens samen met de familie en sprekers het levensboeket van de overleden mevrouw. Iedere spreker plaatste een zelfgekozen bloem en ook de partner, kinderen en kleinkinderen plaatsten bloemen in de vaas. Aan het einde van de dienst bond de partner het boeket bij elkaar met een lint van liefde. Zoals de liefde van mevrouw het gezin, de familie en de vriendengroep bij elkaar hield, hield het lint de bloemen bij elkaar. Dit boeket werd vervolgens meegegeven aan de overledene als dank voor haar liefde.

Als er kinderen bij een afscheid betrokken zijn, verdienen ook zij een plaatsje in de dienst. In een drukke dienst van een leerkracht van groep 6, was ook haar klas aanwezig. Tijdens de dienst mochten zij naar voren komen om nog even dicht bij hun juf te zijn. Zij zochten houvast aan het lint dat aan de kist was vastgeknoopt. Ik legde hen uit dat zij hun juf los moesten laten. Daarom werd het lint doorgeknipt. “En dan gebeurt er iets bijzonders. Een deel van het lint blijft bij jullie,” zei ik hen, “alle herinneringen die jullie aan jullie juf hebben, blijven in jullie hart immers bestaan. De rest van het lint blijft bij jullie juf. Zij zal jullie immers ook nooit vergeten.” Aan het lint liepen de kinderen vervolgens naar buiten om daar ballonnen los te laten. Een ballon voor ieder jaar dat hun juf had geleefd.

Uiteindelijk is iedere afscheidsdienst één groot ritueel dat de overgang tussen de periode met en de periode zonder de overledene markeert. De dienst vormt het begin van het rouwproces dat onvermijdelijk zal volgen. Het is dan ook belangrijk om hierin te kiezen voor de vorm die het best bij de unieke situatie past, te kiezen voor de vorm die deze familie op dit moment en in de toekomst die volgt het meeste steun biedt.

Als Ritueelbegeleider heb ik de belangrijke taak om samen met de nabestaanden te kiezen voor de vorm die het best bij de unieke situatie past. Hierbij herken ik, als buitenstaander en met de ervaringen uit voorgaande diensten, vaak die kenmerkende rituelen, die voor hen zo gewoon zijn dat ze er aan voorbij gaan. Juist dat zijn de rituelen die een dienst persoonlijk en herkenbaar maken en de familie, ook achteraf, veel steun bieden.

En dan…theoloog

In het voorjaar van dit jaar had ik drie hele weken vrij. Een ongekende luxe, die ik me, vanaf dat ik ritueelbegeleider ben, nog niet gegund heb.

Drie heerlijke weken, waarin ik ongestoord kon studeren voor mijn theologie examens. Vol enthousiasme bestudeerde ik nieuwe religieuze bewegingen, variërend van paganisme (wicca) tot scientology, oosterse religies, van hindoeisme tot sikhisme, en godsdienstsociologie.

Op het Spaanse La Palma beet ik mijn tanden stuk op Christologie en Islam en genoot ondertussen van het heerlijke eiland en goed gezelschap.

Eind juni reisde ik verschillende keren naar Leuven om examens te doen. Na afloop van deze enerverende weken sloeg de twijfel toe: Heb ik wel voldoende gestudeerd? Verliep dat laatste examen wel goed genoeg?

Begin juli stond het verlossende bericht op internet. Op de lijst met geslaagden stond mijn naam: ik heb de bachelor theologie gehaald!

Zo ging ik als theoloog de vakantieperiode in. Weer lekker aan de slag, maar toch ook vrijer dan de vorige jaren. Dit jaar geen druk van examens in augustus en meer kennis over verschillende geloven en religies.

Het deed me goed om 3 volle weken niet bereikbaar te zijn en ik geniet nu volop van de zomer en het prachtige werk dat ik heb.

Geplukt: Lucie Geurts-Saris

Ze is een van oorsprong Hegelsomse, maar woont al geruime tijd in Horst. Haar hobby’s zijn studeren en lezen en ze heeft jarenlang vrijwilligerswerk voor de kerk gedaan. In maart 2015 werd zij bovendien uitgeroepen tot Ritueelbegeleider van het jaar. Deze week wordt Lucie Geurts-Saris (42) geplukt.
maskTop
Geplukt - Lucie Geurts-Saris
maskBottom

Lucie Geurts-Saris werd in 1973 geboren in Hegelsom. Hier heeft ze haar hele jeugd gewoond en op school gezeten. Na de basisschool ging zij naar het voormalige Boschveld College in Venray. Na de middelbare school verhuisde ze naar Nijmegen. Hier ging ze op kamers en volgde ze de studie Psychologie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. “Studeren was en is voor mij eigenlijk een hobby”, vertelt Lucie. “Het leren ging me makkelijk af en ik leerde over dingen die ik erg interessant vond.”

Al tijdens haar tijd op de middelbare school had ze veel te maken met de kerk. “Ik was fanatiek lid van het jongerenkoor, destijds nog onder leiding van Joop Mittelmeier, dat zong tijdens de missen. Nadat Joop Mittelmeier als dirigent stopte, ben ik ook als zingend lid van het koor gestopt. Ik heb wel nog verschillende jaren geholpen met het schrijven en samenstellen van teksten voor de jongerenmissen.”

Bij het koor heeft Lucie op 17-jarige leeftijd ook haar man Han Geurts ontmoet. “In 1994 werden wij boerenbruidspaar van Horst. Hierna zijn we ook snel gaan samenwonen. Dit begon in de verpleegstersflat De Hoge Horst. Althans, voor mij in de weekenden, want doordeweeks zat ik in Nijmegen voor mijn studie”, vervolgt Lucie. Snel daarna, eind 1995, trouwde ze met Han en in april 1996 voltooide ze haar studie. Samen kregen Lucie en Han drie kinderen: Margo (11), Sofie (9) en Tijmen (8).

Na haar studie was het moeilijk om werk te vinden. “Ik begon als trainster bij de kindertelefoon. Daarna heb ik bij verschillende adviesbureaus gewerkt en heb ik psychologisch onderzoek gedaan. Vanuit daar ben ik uiteindelijk voor mezelf begonnen. In die tijd veranderde mijn man Han ook van baan. Dat betekende dat hij vaker van huis weg zou zijn. Omdat ik thuis bleef voor de kleine kinderen kreeg ik ook de kans om te gaan studeren.” Lucie besloot een (thuis)studie Theologie te gaan volgen aan de Katholieke Universiteit van Leuven. “Een studie theologie vond ik in eerste instantie vooral erg interessant. De zingevingsvragen en bijbelverhalen boeien mij bijvoorbeeld heel erg. Daarnaast komt het ook erg goed van pas bij mijn werk als ritueelbegeleider. Ik heb het heel erg naar mijn zin met studeren. Ik heb gekozen om een studie in Leuven te gaan volgen, omdat ik geen tijd had om wekelijks naar een college te gaan. Bij de universiteit in Leuven kon ik thuis studeren. Bovendien stond de universiteit in Leuven zowel kerkelijk als niet-kerkelijk goed aangeschreven en is het studeren in België goedkoper dan in Nederland. Alleen voor examens ga ik naar de universiteit.”

Naast werken en studeren heeft Lucie tot januari 2015 vrijwilligerswerk gedaan voor de kerk. In totaal heeft ze elf jaar vrijwilligerswerk gedaan, waarvan ze zeven jaar in het bestuur van de federatie Lambertus/Norbertus zat. “In die jaren heb ik onder andere kinderwoorddiensten gedaan, maar ik ben ook betrokken geweest bij de sluiting en verkoop van de Norbertuskerk.” In haar vrije tijd leest Lucie graag en probeert ze regelmatig te sporten. “Met onze vriendengroep zijn we trouwe deelnemers aan Vera’s Vettige Vijf. Elk jaar doen we er met veel plezier aan mee.”

Lucie heeft ook een hoofdstuk geschreven in het jubileumboek van Rowwen Hèze, dat in mei van dit jaar uitkwam. “Ik zag in de krant dat er een jubileumboek van de dialectband werd gemaakt, ter ere van hun dertigjarig jubileum. Toen ben ik gaan achterhalen wie de redacteur van dit boek was. Ik heb bij hem aangekaart dat de muziek van Rowwen Hèze ook vaak gebruikt wordt bij uitvaarten en rouwverwerking. Naar aanleiding hiervan heb ik een hoofdstuk mogen schrijven in het jubileumboek.”

bron: Hallo Horst aan de Maas, 29-7-2015

En dan… een boek

Het is maart 2014 als ik op een vrije ochtend Dagblad de Limburger zit te lezen. Een piepklein artikel trekt mijn aandacht: Jubileumboek Rowwen Hèze. Uit het artikel blijkt dat er in 2015 een boek uitkomt, waarin fans en wetenschappers, liefhebbers en journalisten schrijven over hun Rowwen Hèze. Ik zoek uit wie het boek gaat redigeren, trek mijn stoute schoenen aan en stuur een mail. “Muziek van Rowwen Hèze wordt veel gebruikt in afscheidsdiensten. Mag ik hier een hoofdstuk over schrijven?” Het antwoord is voorzichtig positief, dus ga ik aan de slag.

Na het nodige geploeter (een wetenschappelijk artikel schrijven is toch wel wat anders dan een dienst schrijven) stuur ik mijn schrijfsel “Enne gojje mins blieft altied leave. Muziek van Rowwen Hèze in afscheidsrituelen.” naar de redactie. Hun reactie is positief en met een heleboel opbouwende kritiek. Ik herschrijf het artikel en zie het groeien…

Mei 2015 ben ik de trotse bezitter van het boek “Het dorp en de wereld. Over dertig jaar Rowwen Hèze.”, waarin mijn tekst prijkt. Een tekst die opvalt, omdat men bij Rowwen Hèze eerder aan feest dan aan uitvaart denkt en daarom in hetzelfde Dagblad de Limburg waardoor ik er op attent gemaakt werd,  genoemd wordt. Een tekst waarmee ik ons vak binnen de aanhangers van Rowwen Hèze op de kaart heb gezet.

(Het dorp en de wereld. Over dertig jaar Rowwen Hèze. Uitgeverij van Tilt. ISBN 9789460042027)

 

bron: Nieuwsbrief Landelijke Beroepsvereniging voor Ritueelbegeleiders, 27 juni 2015

En dan… een speld

Zaterdag 28 maart 2015. Na veel geregel, want de kinderen hebben ook ieder hun eigen programma, is het mogelijk om naar de Algemene Leden Vergadering van de LBvR te gaan. Spannend, want de Ritueelbegeleider van het jaar wordt benoemd en ik ben genomineerd.

En dan, na een prettige vergadering, krijg ik van Wianda van der Pluijm, een prachtige zilveren speldje opgespeld en ben ik Ritueelbegeleider van het jaar 2015! Een jaar lang mag ik boegbeeld van onze vereniging zijn en het mooiste vak van de wereld promoten… Hoe ga ik dat aanpakken?

We zijn anderhalve maand verder. Via Facebook heb ik enorm veel positieve reacties gekregen, de locale pers heeft de benoeming opgepakt (een halve pagina in het plaatselijke weekblad, enkele dagen op de kabelkrant) en ook de landelijke pers laat van zich horen. Zowel in Brancheblad Uitvaartzorg als in Vakblad Uitvaart prijkt een foto, die overigens gemaakt is tijdens de fotoshoot die de LBvR organiseerde.

Ondertussen blijf ik genieten van het werk dat ik mag doen. En, omdat ik graag iets terug doe voor jullie vertrouwen, maak ik jullie dit jaar deelgenoot van mijn bevindingen via deze column. De benoeming door collega’s is voor mij belangrijk. Het is de bevestiging dat ik mag zijn wie ik ben. Als ritueelbegeleider ben ik namelijk vooral gewoon mezelf, zonder toeters en bellen. In dit vak ben ik thuisgekomen!

 

bron: Nieuwsbrief Landelijke Beroepsvereniging voor Ritueelbegeleiders, 20 mei 2015